Rommenhöller in Burgbrohl, Brohlthal sprudel.

09-18-1894 ( zie de laatste zin)

Rommenhöller ( hij is mede eigenaar van de Rheinische Kohlensaure Syndikat)  zet hier een lening uit, met als o.a. de borg van; De Brohlthal Sprudel c.a. gelegen in het bekende Brohltal bij Andernach.

14-09-1897

Ook de Staatscourant van 1894 meld dit, zie verder naar onderen.

Stationgebouw in Burgbrohl, Rommenhöller zat altijd aan het spoor. We starten in Burgbrohl bij het station van de historische Brohltalbahn en komen daar weer terug. Het landschap herbergt talrijke minerale bronnen, zoals Brohler, Tonissteiner, Rhodius enz. De route voert ons van Burgbrohl langs de minerale bronnenfabriek Rhodius in de richting van de Rijn naar de bronfabriek van Tönissteiner (4,3 km). Daar kunnen we ons gratis van mineraalwater voorzien.

Een paar jaar later openden de broers Johann en Joseph Buhr opnieuw een sterke bron, waarvan de bron 20 tot 30 meter hoog sprong. Aangezien deze bron in de onmiddellijke nabijheid van de Rhodiusbron leidde tot een verzwakking van de geproduceerde hoeveelheid kooldioxide en zelfs tot tijdelijke opdroging, heeft de firma Rhodius een nieuwe bron geboord, die een constante productie vertoonde met een aanvankelijke boorgatdiameter van 75 cm en een diepte van 489 meter die uiteindelijk werd bereikt.

De gebroeders Buhr verkochten hun bron vervolgens aan een Nederlands bedrijf Rommen-Höller and Co. in Rotterdam. Dit bedrijf was van plan om op de plaats van de put een chemische fabriek te bouwen. Dit project is echter niet uitgevoerd omdat de bron geleidelijk opdroogde en nieuwbouw op grond van de toenmalige Bronbeschermingswet niet meer mogelijk was.

Tegelijkertijd werd in het Glesstal voor het eerst geboord naar koolzuur door de firma Schoor en Wolter. Er werden putten in overvloed gevonden en tegelijkertijd begon de kooldioxide-industrie zich te concentreren op de pure onuitputtelijke afzettingen in het Glestal, een proces dat tot op de dag van vandaag voortduurt.

Maar terug naar dit begin: de eerder genoemde Schoor en Wolter verkochten hun bedrijf aan een Nederlands bedrijf, dat echter als gevolg van een overeenkomst met het zogenaamde “koolzuursyndicaat” voor een eenmalige vergoeding van 20.000 mark in juli 1 1912 nam de werking van de fabrieksset over.

Tegenover het voormalige burgemeesterskantoor in het lager gelegen dorp werd in 1891 een put geboord voor koolzuur, maar de ontwikkelde bronnen waren niet voldoende om een ​​fabriek, de eigenaar Lürges, te laten draaien. later haalde “Kohlensäurewerk Lür-ges und Co” de kooldioxide van de firma Rhodius, die zelf in Bonn was gevestigd.

Rommenhöller tankwagon

Bron

Een vereniging voor de exploitatie van Rijnlands koolzuur
Werkt in Amsterdam met een vermogen van fl. 600.000

Koninklijk Autorisatie ontvangen. Het doel van de samenleving
is de exploitatie van de kooldioxide-installaties aan de Rijn en de
Verkoop van vloeibare kooldioxide. Van de heer Rommenhöller

introduceert een complete fabriek in Oberlahnstein,
evenals de Brohlthal-Sprudel in Burgbrohl en het gebruik
van de Victoria-Sprudel in Oberlahnstein.

1920

Link blad 1

Boven; op nr. 7 staat Rommenhöller

Link blad 2

Hierboven Rommenhöller 75 aandelen

Inbreng van de Brohlthal sprudel door Rommenhöller

link blad 3

Mineralwassersprung in der Brohltalaue Ost

Geef een reactie